
Hoewel de lockdowns al een tijdje voorbij zijn, werkt een op de drie Nederlanders nog steeds regelmatig vanuit huis. Daarbij gaat het vooral om hybride werken, een mix van thuis en op kantoor. Fulltime thuiswerken gebeurt maar weinig.
Dat meldt kennisinstituut TNO, dat onderzoek deed onder zesduizend werkenden. Daaruit blijkt dat 35 procent van de werkenden met regelmaat vanuit huis aan de slag gaat. Gemiddeld doen ze dat 6,8 uur per week. Dat is ruim 2,5 keer meer dan voor de coronapandemie, die in het voorjaar van 2020 begon.
Het kabinet voerde op dat moment de eerste lockdown in waardoor degenen die dat konden, veel gingen thuiswerken. Toen enkele jaren later de laatste lockdown was opgeheven, zijn veel bedrijven overgestapt op hybride werken.
“Dit heeft sinds de start van de pandemie een vlucht genomen en dat lijkt een blijvende verandering”, schrijft TNO. “Het is vooral toegenomen onder mensen die al thuiswerkten vóór de pandemie.”
Slechts 6 procent van de werkenden gaat elke dag vanuit huis aan de slag. De meeste thuiswerkers zijn dus regelmatig op kantoor of een andere werkplek te vinden, onder meer vanwege de sociale contacten en om beter te kunnen samenwerken. Veelgenoemde voordelen van thuiswerken zijn minder reistijd, betere concentratie en hogere productiviteit.
We kijken vaker naar een beeldscherm
Het vele thuiswerken zorgt wel voor minder beweging. Het aantal ‘beeldschermuren’ tijdens het werken steeg van 4,6 naar 5,6 uur per dag. Ook privé zitten we sinds de pandemie vaker achter een beeldscherm.
TNO meldt ook dat 7 procent van de werkenden last heeft van long covid. Dit betekent dat je minimaal drie maanden na de besmetting nog steeds klachten hebt, zoals vermoeidheid en problemen met het geheugen of de concentratie. Vooral degenen die niet thuis kunnen werken, hebben relatief vaak last van aanhoudende coronaklachten.