Dinsdagochtend, 9.00 uur. We zijn op de afdeling Neurochirurgie. De dagelijkse praktijk in het ziekenhuis wordt meteen duidelijk. ‘Een patiënt met een hersentumor zou vanochtend geopereerd worden, maar de operatie is ‘on hold’ gezet’, vertelt chef de clinique Rob Vergeer. Er is geen IC-bed beschikbaar. Hopelijk kan de operatie later op de dag alsnog, en anders moet hij opnieuw ingepland worden. Waar een reservering van een IC-bed voorheen nog een garantie was, is het nu tot het laatste moment onzeker. ‘Als er ’s nachts meerdere patiënten met een ongeval op de SEH binnenkomen en acute zorg nodig hebben, dan heeft dat gelijk grote gevolgen voor de geplande operaties’, zegt Vergeer.
De puzzel van deze geplande operaties is complex. ‘Hoeveel aanvragen zijn er morgen voor een bed op de intensive care? Hebben we er genoeg, of moeten we operaties uitstellen? Elke dag bespreken we dit met een team met vertegenwoordigers van anesthesiologie, de IC, en van thoraxchirurgie omdat zij veel operaties doen waarna je naar de intensive care moet. Soms schuift Rob Vergeer aan van neurochirurgie, en ik zit er bij namens de andere snijdende specialismen’, vertelt Ger Sieders.
Keuzes maken
Het aantal IC-bedden dat beschikbaar is voor de niet-Covid zorg is gereduceerd doordat een belangrijk deel van de IC gebruikt wordt voor de zorg voor Covid-patiënten. Het team moet dan bepalen welke operaties niet doorgaan. Ze kijken hoe lang iemand op de wachtlijst staat en in welke categorie de zorg valt. ‘Die categorieën zijn opgesteld door de Federatie Medisch Specialisten. Klasse 1 en 2 zorg moet (semi-)acuut gebeuren, klasse 3 binnen 6 weken, en klasse 4 en 5 kan langer wachten’, legt Ger uit. ‘Bij klasse 3 gaat het vaak om hartoperaties en operaties vanwege kanker. Bij 4 en 5 om bijvoorbeeld liesbreuken en nieuwe heupen.’
Is de operatie van een patiënt al een keer eerder uitgesteld, dan houdt het team daar rekening mee. Ook kan een specialist aangeven dat een patiënt dringend geopereerd moet worden. ‘En twijfelen we over de prioritering van een operatie, dan bellen we de behandelaar voor meer informatie over de patiënt.’
Soms zijn er felle discussies binnen het team en met de behandelaren, vertelt Ger. ‘Dan botsen we met elkaar, is er boosheid en frustratie. Maar het lukt altijd om samen weer door één deur naar buiten te gaan.’
In tranen
Voor patiënten is het heel naar om pas op het allerlaatste moment – vaak zijn ze al opgenomen – te horen dat de operatie niet doorgaat. ‘Sommigen reageren gelaten want die waren er al bang voor, anderen barsten in tranen uit of worden boos’, zegt Ger die ook eigen patiënten het slechte nieuws heeft moeten brengen. ‘Heel begrijpelijk. Ze hebben naar de operatie toegeleefd, thuis en op het werk van alles geregeld, familie heeft vrij genomen en ga zo maar door. Toch willen we geen operaties op voorhand afzeggen. Het aantal beschikbare IC-bedden wisselt heel snel en het zou zonde zijn als we iemands operatie hebben afgezegd terwijl er toch een bed vrij is gekomen.’
Veel frustratie
Niet alleen op de IC, maar ook op verpleegafdelingen komt de zorg meer en meer in de knel en moeten er keuzes worden gemaakt. ‘We hebben verpleegkundigen nodig voor de corona-afdeling en moeten daardoor bedden sluiten op andere afdelingen. Het Integraal Capaciteitsteam UMCG kijkt waar dat het best kan’, vertelt Ger, die voorzitter is van dit team. ‘Net als bij de verdeling van de IC-bedden komt het er vaak op neer dat de zorg die langer kan wachten, afvalt. Vooral de afdelingen Orthopedie en Plastische chirurgie moeten vaak patiënten afbellen. Die vinden dat héél vervelend. Tijdens de eerste golf droeg iedereen zijn steentje bij en was er veel begrip. Begrip is er nog steeds, maar ook veel frustratie. Als je een patiënt van wie de operatie al een keer is uitgesteld – en die steeds meer pijn heeft en misschien inmiddels niet meer kan werken – moet vertellen dat de operatie weer niet kan doorgaan…’
De planner: een luisterend oor
Terug naar de afdeling Neurochirurgie, waar Siska Westhuis van het planbureau de hele ochtend met patiënten belt die op hun operatie wachten. Patiënten op de wachtlijst krijgen van hun arts een indicatie wanneer ze aan de beurt zijn. Een week van te voren volgt de definitieve datum. ‘Door Covid is het moeilijk geworden om verder vooruit te plannen’, zegt Siska. Dat zorgt ervoor dat patiënten vaker dan voorheen contact opnemen om te horen of er al meer bekend is over de planning van hun operatie. ‘En dat begrijp ik heel goed’, zegt Siska. ‘Het is heel vervelend om geen duidelijkheid te kunnen geven. Sommige patiënten bellen wekelijks met de vraag of er al iets meer bekend is. Ze zien het nieuws en dat roept vragen op. Bij ieder gesprek geef ik aan dat het goed is om bij vragen te bellen, ik geef ze alle ruimte.’
Voor alle patiënten die wachten op hun operatie of die gebeld moeten worden omdat hun operatie is uitgesteld, biedt Siska een luisterend oor. ‘Vorige week sprak ik iemand die zei: ik was al bang voor dit telefoontje… Over het algemeen hebben patiënten begrip voor de situatie, ze weten dat wij er niets aan kunnen doen. Tegelijkertijd zijn ze erg verdrietig en teleurgesteld en heb ik soms huilende mensen aan de lijn.’
Nog moeilijker en pijnlijker
En zo moeten er elke dag opnieuw keuzes worden gemaakt en patiënten teleurgesteld worden. Loopt het aantal COVID-19-patiënten verder op, dan worden die keuzes nòg moeilijker en pijnlijker. Ger Sieders: ‘Wanneer de zogenaamde code zwart wordt afgekondigd, moeten we kiezen wie we een IC-bed geven: een corona-patiënt die er 2 of 3 weken ligt, of een hartpatiënt die er 1 of 2 dagen ligt waarna het bed weer snel beschikbaar is voor een andere patiënt. Code zwart komt steeds dichterbij en we zijn allemaal moe. Maar we moeten aan de bak. We hebben geen keuze.’